Duurzaamheid is een van de vijf pijlers van het Actiekader voor Cultureel Erfgoed, waarin het potentieel ervan wordt benadrukt om het sociaal kapitaal te vergroten, de economische groei te stimuleren en de duurzaamheid van het milieuveilig te stellen. Cultuur en cultureel erfgoed kunnen bijdragen aan het verwezenlijken van inclusieve en duurzame ontwikkeling. Er bestaat vaak de perceptie dat historisch behoud op gespannen voet staat met duurzaamheid, maar een andere mening kan zijn dat het tegendeel misschien wel waar is. Het restaureren van historische gebouwen is inherent duurzaam, waarbij de historische “energie” van een ruimte behouden blijft en bouwmateriaal uit stortplaatsen wordt gehouden. Vooruitgang op het gebied van groene technologie (o.a. installaties) en duurzame bouwpraktijken kunnen en moeten waar mogelijk worden geïntegreerd in historische renovaties. En het is de moeite waard te vermelden dat het behoud van historische monumenten ook belangrijk is voor de bescherming van landschappen.
Het behoud en de renovatie van historische gebouwen kunnen een belangrijke rol spelen bij het revitaliseren van een buurt of gemeenschap en tegelijkertijd wordt het lokale karakter en de unieke kenmerken behouden. Het renoveren van bestaande gebouwen kan ook een duurzamer alternatief bieden voor de herontwikkeling van locaties. Een historisch gebouw kan een “ankerinstituut” zijn en een tastbaar symbool van het belang van een gemeenschap bij het eren van haar erfgoed, het waarderen van het karakter en het gevoel van de locatie, en het optimaal benutten van eerder gedane investeringen.
Het renoveren van bestaande gebouwen, historisch of anderszins, is een belangrijke aanpak bij het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen in de bouwsector. Een nieuw, groen, energiezuinig kantoorgebouw dat maar liefst 40 procent gerecyclede materialen bevat, zou er niettemin ongeveer 65 jaar over doen om de energie terug te winnen die verloren gaat bij de sloop van een vergelijkbaar bestaand gebouw. Dit komt omdat nieuwbouw een koolstofintensief onderdeel is van de levenscyclus van een gebouw, aangezien het ontginnen van land of het slopen van bestaande constructies, evenals de productie en het transport van materialen, koolstofuitstoot vereist en produceert. Dit staat bekend als de ‘belichaamde koolstof’ van het gebouw.
Gemeenschappen die zowel ecologisch duurzame investeringen willen doen als hun historische bezittingen willen beschermen, moeten normen en beleid vaststellen die soms met elkaar in conflict kunnen komen en sommige projecten financieel onhaalbaar kunnen maken. Toch is de waarde van het overwinnen van deze obstakels duidelijk – niet alleen vanwege de energievoordelen die ze bieden, maar ook vanwege de bredere voordelen op economisch, cultureel en gebruik van beschikbare ruimte aspecten.
Historisch behoud is essentieel voor het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen. Door aanpassing, hergebruik en efficiëntieverbeteringen is het mogelijk om de culturele erfenis van bestaande gebouwen te behouden en tegelijkertijd de CO2-uitstoot te verminderen. In feite is het onmogelijk om de duurzaamheidsdoelstellingen te verwezenlijken zonder bestaande gebouwen erbij te betrekken. Daarom is het absoluut noodzakelijk dat lokale overheden en de vastgoedgemeenschap onderzoeken hoe ze de benadering van de huidige gebouwde omgeving kunnen heroverwegen.
Historische installaties vaak niet (h)erkend
Bij het restaureren en herbestemmen van monumenten, worden niet zelden oude installaties verwijderd en vervangen door nieuwe. Dat is begrijpelijk, want verouderde installaties zijn vaak in een slechte technische staat, voldoen niet meer aan de stand van de techniek of aan wet- en regelgeving, het verkrijgen van onderdelen is lastig of zelfs niet meer mogelijk en ook de veiligheid (denk aan asbest, kortsluiting, e.d.) laat misschien te wensen over. Toch is het belangrijk niet eerst of alleen maar te kijken naar deze technische en wettelijke aspecten, maar ook te kijken naar de historische waarde ervan. Dan blijkt dat historische installaties vaak niet worden herkend. En wat niet herkend wordt, wordt ook niet erkend als historisch waardevol en verdwijnt ongezien in de afvalcontainer. Installaties komen voor in veel verschillende vormen en voor allerlei doeleinden, zoals: verwarming en koeling, koken, ventilatie, verlichting, voedsel- en drinkwatervoorziening, riolering, sanitair, communicatie, huishoudelijk, beveiliging, transport, enz. Bij herbestemmingen worden diverse installaties soms vervangen of verwijderd, omdat de historische waarde van dit soort installaties niet wordt (h)erkend. Ook vanuit technisch oogpunt of vanwege veiligheidsaspecten worden oude installaties vervangen door nieuwe.
De DIA Groep is met haar team van ingenieurs betrokken bij diverse advies opdrachten van monumentale, historische gebouwen. Onafhankelijk, duurzaam installatie, exploitatie en brandveiligheid advies waarbij het behoud van historische gebouwen voorop staat.